Sophie is 24 jaar als ze online een organisatie vindt die vrijwilligerswerk aanbiedt voor een schappelijke prijs. Het sluit bovendien precies aan bij wat ze zoekt: een bouwproject in Ghana. Ter plekke blijkt er helemaal geen bouwproject te zijn, en gaat ze aan het werk in een weeshuis en op een naburige school. “Ik zag niet in hoe ik daar zonder relevante ervaring wat kon bijdragen, maar er was een personeelstekort dus ik ging er toch maar aan de slag.”
“Mijn aankomst in het weeshuis vond ik geweldig”, herinnert Sophie zich “Kinderen kwamen rennend op me af en ontvingen me met open armen. Ik voelde me super en had er helemaal zin in. Nu ik erop terugkijk, begrijp ik dat het gek is dat kinderen dit doen. De kinderen kenden mij niet eens! Het gaf mij op dat moment een fijn gevoel, maar nu weet ik dat deze kinderen getraind zijn in lief doen. Achteraf snap ik pas dat dit een alarmsignaal was dat wijst op hechtingsproblemen.
Geen ervaring
Sophie en haar medevrijwilligers mochten zelf bepalen wat zij op een dag deden: lesgeven op een basisschool, in het weeshuis op kinderen passen of bijles geven. “Bij het lesgeven op school kreeg ik een willekeurige klas toegewezen. Er werd een boek in mijn handen gedrukt en ik kon beginnen. De organisatie had geen plan voor de voorbereiding van de lessen. Dus alle vrijwilligers deden maar wat. Ik had totaal geen ervaring en wist niet wat ik moest doen.” De kinderen waren druk en het was moeilijk ze stil te krijgen. Hetzelfde gold voor het weeshuis. Daar was ook een groot tekort aan personeel. De uitgehongerde kinderen krioelden door elkaar heen. De structuur of een duidelijk takenpakket kon ik niet herkennen. Ik wist ook eigenlijk niet goed wat er van mij verwacht werd. De meeste vrijwilligers gingen maar met kinderen spelen. Dus dat deed ik meestal ook.”
Honger en hechtingsproblemen
Het was een heel moeilijke tijd. Ondanks dat alle vrijwilligers betaalden voor hun verblijf, kregen de kinderen in het weeshuis te weinig voedsel en werden ze slecht verzorgd. De kinderen hadden honger en bijna allemaal hadden ze gezondheidsproblemen en psychische problemen, zoals hechtingsproblematiek. Hier gebeurde niks mee. Dit was hartverscheurend.”
Meer kwaad doen dan goed
“Ik denk dat werken in een weeshuis over het algemeen meer kwaad doet dan goed. Vrijwilligers komen en gaan. Kinderen gaan van je houden en moeten je na enkele weken of maanden weer laten gaan. Dat is toch geen manier om op te groeien?”
Wat zou je willen zeggen tegen een jongere die vrijwilligerswerk wil gaan doen in het buitenland? “Stel jezelf de vraag: wat kan jij bijdragen? Maak je het leven van een kindje echt beter als je er een paar weken of maanden mee komt knuffelen en spelen? Of kan je misschien iets van meer betekenis doen? Onderzoek of er werk is dat past bij jouw studie- of werkervaring. Of kijk bijvoorbeeld mee bij projecten. Maak je familie en vrienden enthousiast om geld te doneren voor een goed project en start je eigen inzamelingsactie.”