Naomi: “Een onveilige basis is een onveilige toekomst”
Naomi Vandamme is klinisch psycholoog, oprichter van Child-Flower en lid van de werkgroep Kwaliteit van Better Care Network Netherlands. Als betrokken en actieve professional doet ze momenteel promotieonderzoek naar psychotrauma bij kinderen.
‘Een hoog percentage van kinderen in kinderhuizen heeft geestelijke gezondheidsproblemen. Ze zijn, om welke reden ook, afgestaan. Dat doet iets met een kind. Het is dus heel belangrijk dat ze zich veilig voelen, zowel emotioneel als fysiek. Emotionele veiligheid wil zeggen dat ze zich veilig voelen in hun eigen lichaam met hun emoties, in hun hechte relaties en de situatie waarin ze zitten. Hier is affectie voor nodig, goede continue zorg en voorspelbaarheid. Wanneer er voortdurend vreemde mensen in en uit lopen worden deze kinderen uit hun structuren gehaald. Dit is schadelijk, met name voor kinderen die specifieke zorg nodig hebben. Hoe goed de bedoelingen ook zijn, de vaak jonge vrijwilligers missen deze expertise.
Helaas zijn er ook mensen zonder goede bedoelingen. Hierdoor komt de fysieke veiligheid in het geding. Tenslotte heb je in dit soort huizen vrije toegang tot een groep zeer kwetsbare kinderen. Maar ook mensen met de juiste intenties nemen wel eens een kind op schoot of geven hem of haar een knuffel. Goed bedoeld, maar zo leer je als kind dat vreemde mensen aan je mogen zitten. Dit vervaagt de grenzen die zij hebben naar de buitenwereld. Zodat zij later geen onderscheid meer kunnen maken tussen gewenste en ongewenste intimiteiten.
Minstens zo belangrijk is hechting. Het veilige gevoel bij deze kinderen is al aangetast. Daarom hebben zij vaste verzorgers nodig. Daarmee vorm je de basis voor een gezonde identiteitsontwikkeling, sociale en emotionele ontwikkeling en probleemoplossend vermogen. Vrijwilligers die na een maand weer weggaan verstoren dat proces en ontnemen deze kinderen de kans zich te hechten.
Wat ik vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zou willen meegeven: laat alleen deskundigen en professionals werken met deze kinderen en bedenk vooral wat het beste is voor het kind. Het draait niet om ons. Ondersteun de zorgverleners daar, de mensen die het moeten doen. Versterk ze met kennis. Ga om te leren en te observeren, maar neem geen reddende positie in. En stimuleer zelfredzaamheid. Vraag jezelf af: hoe kan ik hen helpen terug in hun kracht te komen waar vanuit ze het zelf kunnen doen? Hoe kan ik hen helpen te ontdekken wat ze al hebben en dat te versterken? Bijvoorbeeld door tools aan te reiken zodat ze die bij de hand hebben als ze nog een keer in moeilijke situaties terechtkomen. Dat moet onze insteek zijn: veerkracht.’